-
61 dat
dat11 [zelfstandig (gebruikt)] that2 [bijvoeglijk] that♦voorbeelden:zo, denk je dat? • is that what you think?dat doet maar! • some people!zij heeft dat en dat gezegd • she said such and suchdat is nog eens een man • there's a real man for youdat is het hem nu juist • that's just it, that's the problemziezo, dat is/was dat • right, that's that (then), so much for thatnou, dat is/was het dan • okay, that's that, that was itdat lijkt er meer op • that's more like itwat moet dat? • what's all this about?wat zou dat? • what of it?zij zoeken alleen dat wat voordeel geeft • they only seek (whatever is to) their own advantagemijn boek en dat van jullie • my book and yoursdat mens • that (dreadful) woman1 [beperkend] that, which; 〈 met betrekking tot personen〉 that, who; 〈met betrekking tot personen; 3e en 4e naamval en onmiddellijk na voorzetsels; formeel〉 whom 〈in informeel stijl kan het betrekkelijk voornaamwoord vervallen behalve wanneer het het onderwerp is van de betrekkelijk bijzin〉2 [uitbreidend] which; 〈 met betrekking tot personen〉 who; 〈met betrekking tot personen; 3e en 4e naamval en onmiddellijk na voorzetsels; formeel〉 whom♦voorbeelden:1 het bericht dat hij mij bracht … • the message (that/which) he brought me …het bericht dat mij gebracht werd … • the message that/which was brought me …het jongetje dat ik een appel heb gegeven • the little boy (that/who) I gave an apple tohet kind dat net riep, is mijn zoon • the child that/who just called out is my sonhier woont een meisje dat ik vroeger kende • a girl (that/who) I used to know lives here2 het huis, dat onlangs opgeknapt was, werd verkocht • the house, which had recently been done up, was sold————————dat2〈 voegwoord〉2 [met betrekking tot graadaanduidend gevolg] 〈zie voorbeelden 2〉3 [met betrekking tot reden, oorzaak] that, because4 [met betrekking tot doel] so that5 [met betrekking tot beperking] as far as6 [in uitroepen] 〈zie voorbeelden 6〉♦voorbeelden:1 zij kregen bericht dat hij niet op tijd zou zijn • they got a message (to say) that he would be latein plaats (van) dat je me het vertelt … • instead of telling me, you …de reden dat hij niet komt is … • the reason (why) he's not coming is …uit vrees dat • for fear thatik denk dat hij komt • I think (that) he'll comebehalve dat • except thatzonder dat ik het wist • without me knowingzij zongen dat het een (lieve) lust was • they sang with great gustohet regende dat het goot • it was pouring (down)hij vloekte dat de honden er geen brood van lustten • he swore like a trooper3 hij is kwaad, dat hij niet mee mag • he is angry that/because he can't comeben je ziek dat je zo bleek ziet? • don't you feel well, you look so pale5 is ze handig, dat u weet? • is she any good as far as you know?is hier ook een bioscoop? niet dat ik weet • is there a cinema here? not that I know6 smerig dat het er uit zag! • you should have seen how dirty it was!dat mij nu juist zoiets moest overkomen! • that such a thing should happen to me right now!stommeling dat je bent! • you stupid fool! -
62 doorbreken
doorbreken♦voorbeelden:1 het gezwel brak door • the swelling burst/ruptureddoorgebroken kamers • open-plan roomsde zon zal spoedig doorbreken • the sun will break through soonII 〈 overgankelijk werkwoord〉————————doorbreken♦voorbeelden: -
63 doorstaan
♦voorbeelden:de tijd doorstaan • stand the test of timedat kan de toets der kritiek doorstaan • that can stand the test of criticism -
64 draad
4 [samenhang, verband] thread5 [met betrekking tot schroeven] thread♦voorbeelden:tot op de draad versleten • worn threadbarede draad weer opnemen • pick up the thread(met iets) voor de draad komen • come out with somethinghup, voor de draad ermee • come on, out with it -
65 eens
I 〈 bijwoord〉1 [eenmaal] once2 [nog eenmaal] twice4 [ter versterking] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:dat is eens en nooit weer • once is enougheens in het uur • hourly, every houreens in de week/drie maanden • once a week/every three monthsmeer dan eens • more than onceeens te meer • (all the) more so2 geef mij nog eens zoveel, a.u.b. • would you give me twice as much/manyeens zo groot • twice as large/bigkom eens langs • drop by sometimeer was eens • once upon a time there wasLonden is niet meer wat het eens was • London is not what it used to beik heb de groenten nu eens gestoomd • I steamed the vegetables for a changedat is weer eens wat anders • that makes a changehet gebeurt nog al eens dat • it does (sometimes) happen thatzeg, vertel me eens, Jan • tell me, Jan!waag het eens • don't you darewacht eens • wait a minuteje zult eens zien wat er gebeurt • you'll see (what happens)dat zou best eens kunnen • that might well be the caseik spreek nog niet eens over de rest • to say nothing of the restniet eens tijd hebben om • not even have the time tohij keek niet eens • he did not even looknee en nog eens nee • once and for all: no!nog eens • once more, (once) again; 〈 formeel〉 anew, afreshdat is nog eens een flinke vent/mooie vrouw • (now) that's what I call a real man/a beautiful womanals we nu eens … • suppose we …, how about …?u zou wel eens gelijk kunnen hebben • you could/might (well) be rightwel eens • once in a while, sometimesje moet je eens na laten kijken • you really should have a check-up; 〈 ironisch〉 you need your head examinedkijk eens aan! • just look at that!II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [van dezelfde mening] agreed, in agreement♦voorbeelden:1 het over de prijs eens worden • agree on a/about the pricehet erover eens zijn, dat … • agree that …het eens zijn • agree, be in agreementhet met iemand eens zijn • agree with someonehet niet eens zijn met iemand • disagree with someonehet met zichzelf niet eens kunnen worden • not be able to make up one's mind, be undecidedhet op sommige punten niet eens kunnen worden • be unable to reach agreement on certain points -
66 einde
————————einde, eind1 [plaats] end2 [moment] end ⇒ 〈van toneelstuk/boek/verhaal/film ook〉 ending, cessation 〈 van vijandigheden〉, finish 〈van wedren/loop〉3 [resultaat] upshot, result, conclusion♦voorbeelden:daar moet maar eens een einde aan komen • something has to be done about iter komt geen einde aan • there's no end to itdaar kunnen we niet aan beginnen, dan is het einde zoek • we mustn't start on that because there'd be no end to iteen verhaal met een open einde • an story with an open endingaan zijn einde komen • meet one's endhet was of er nooit een einde aan zou komen • it seemed endlesser kwam geen einde aan • there was no end to them/it 〈enz.〉een einde maken aan iets • 〈 doen ophouden〉 put an end to something; 〈 regelen, bijvoorbeeld met betrekking tot staking/argument/ruzie〉 settlelaten we er nu maar een einde aan maken • let's finish off nowhet einde nadert • the end is near〈 figuurlijk〉 aan het eind van zijn Latijn zijn • be at the end of one's tether; 〈 uitgeput ook〉 be shatteredlelijk aan zijn einde komen • come to meet a nasty endik ben nog niet aan het einde gekomen van mijn betoog • I have not yet finished my argumentik kom hiermee aan het einde van mijn betoog • this brings me to the end of my argumentze loopt op haar/het einde • she's near her timede wereld loopt op haar einde • the world is coming to an endhet loopt met hem op een einde • he's nearing his endop het einde van de middag • in the late afternoonmijn geduld loopt ten einde • my patience is wearing thinten einde raad besloot hij … • not knowing what else to do he decided to …het jaar loopt langzaam ten einde • we are coming to the end of the yearten einde raad zijn • be at one's wits' endtot het einde toe • to the very endvan het begin tot het einde • from beginning to end/start to finishtot het einde der tijden • to the end of timewij moeten tot het einde volhouden • we must see it through3 het einde van de besprekingen was, dat … • the result of the discussions was that …het einde van het liedje was, dat … • the upshot (of the affair)/the end of it was, that …iets tot een goed einde brengen • bring something to a favourable conclusion¶ dat is het einde! • that's fantastic!voor hem is Picasso het einde • he thinks Picasso is the tops/the cat's whiskers, he thinks the world of Picasso -
67 elk
1 [zelfstandig (gebruikt)] [ieder uit een beperkt aantal] 〈 met betrekking tot twee of meer〉 each (one); 〈met betrekking tot meer dan twee; alle(n)〉 every one2 [zelfstandig (gebruikt)] [ieder(een)] everyone, everybody3 [bijvoeglijk] 〈 met betrekking tot twee of meer〉 each; 〈met betrekking tot meer dan twee; alle〉 every; 〈 welke dan ook〉 any♦voorbeelden:elke tweede • every other oneer is daar voor elk wat wils • there's something for everyoneelk voor zich • everyone for himselfze komen elke dag • they come every dayaan elke hand een tas • (with) a bag in each handelke keer dat hij komt • every time he comes -
68 gerust
♦voorbeelden:1 een gerust geweten/gemoed • an easy/a clear conscience, an easy mindmet een gerust hart de toekomst tegemoet zien • face the future with confidenceik ben niet gerust zolang zij niet thuis is • my mind won't be at rest until she's home(wees maar) gerust, zij komt wel • rest assured that she's coming; 〈 informeel〉 don't worry, she'll comewees daar maar gerust op • (you can) set your mind at rest about thatgerust zijn op iets • feel confident about somethingU kunt gerust zijn • you can set your mind at restik ben er (helemaal) niet gerust op • I am not (at all) happy about itII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:je kunt het gerust aannemen als hij het zegt • you can rely on what he saysik durf gerust te zeggen dat …/die hond aan te raken • I don't hesitate to say that …, I'm not afraid to touch that dogga gerust je gang • (do) go ahead!, feel free to …kom gerust eens langs • feel free to drop indat had je gerust kunnen zeggen • it would have been perfectly all right for you to have said thatje mag gerust bij mij komen wonen • you're welcome to come and live at my placevraag gerust om hulp • don't hesitate to ask for helpje mag gerust weten … • I don't mind telling you … -
69 geschieden
〈 formeel〉2 [overkomen] befall♦voorbeelden:Uw wil geschiede • Thy will be done→ link=willen willen -
70 goed
goed1〈het; geen meervoud〉1 [wat goed is] good5 [kleding] clothes6 [textiel] material, fabric ⇒ cloth♦voorbeelden:1 goed en kwaad • good and evil, right and wrongdat zal hem goed doen • that'll do him good, it'll be good for himhij meende er goed aan te doen • he meant well by it, he did it for the bestik denk dat je daar goed aan gedaan hebt • I think you did the right thinghij kan geen goed meer doen • he can't do a thing rightdaar zul je de zaak geen goed mee doen • you won't do things any good if you do thater is bij hem geen goed te doen • there's no pleasing him3 gestolen goed • stolen goods/propertyonroerend goed • real estateroerend goed • personal property/effectsschoon goed aantrekken • put on clean clothes6 wit/bont goed • white/coloured wash; whites, colouredshet goed hangt te drogen • the washing is hanging up to dry————————goed23 [geschikt] good5 [deugdzaam] good♦voorbeelden:hij bedoelt/meent het goed • he means wellik begrijp niet goed … • I don't quite/really understand …begrijp me goed • don't get me wrong, make no mistake (about it)als ik 't goed heb • if I'm not mistaken〈 ironisch〉 is het nou goed? • satisfied?als je goed kijkt • if you look closelydat komt wel weer goed • it'll turn out all righthet goed opnemen • take it wellik vind dat niet goed • 〈 keur het niet goed〉 I don't think that's a good idea; 〈 ben het er niet mee eens〉 I don't agree〈 informeel〉 dat zit wel goed • that's all right, don't worry about itnet goed! • serve(s) you/him/them 〈enz.〉right!niet goed geld terug • money-back guaranteehet is ook nooit goed bij hem • nothing's ever good enough for himhet is ook nooit goed • I give up; you're never satisfied, are youprecies goed • just/exactly rightalles goed en wel maar … • that's all very well but …dat doet het altijd goed • that always works (well)goed gedaan, jochie! • well done, kid!wij hebben het goed • we're well off/all rightwe hebben het nog nooit zo goed gehad • we've never had it so goodhou je goed! • look after yourself!, take care (of yourself)!dat kan ze erg goed • she is very good at itje kunt goed zien dat … • it is obvious that …(heel) goed Engels spreken • speak English (very) well, speak (very) good Englishdie jas staat je goed • that coat suits you/looks good on youik wens je alle goeds • all the very best〈 ironisch〉 nee, nou wordt ie goed! • that's rich!goed zo! • good!, that's right!; 〈 als compliment〉 well done!, that's the way!zij is goed in wiskunde • she is good at mathematicsalles goed? • (is) everything all right?dat is een goeie! • that's a good one!dat is te veel van het goede • that is too much of a good thing3 ik weet het goed gemaakt … • I know, this is what we'll dozich goed houden • control oneself; 〈 niet lachen ook〉 keep a straight face; 〈 na persoonlijk verlies〉 bear up (well)de soep is niet goed meer • the soup has gone offhet is mij goed • I don't mind, it's all right by mehet zal wel ergens goed voor zijn • it must be of some use, there must be some reason for itik zal het goed met je maken • we can make a dealdaar is de verzekering goed voor • the insurance will cover itook goed • very well, all rightwie weet waar het goed voor is • you never know what will come out of itwaar is dat goed voor? • what good will that do?goed voor één consumptie • valid for one drink/meal/snackhij is goed voor een paar ton • he is worth a few hundred thousandhij heeft er niet veel goeds geleerd • it hasn't done him much good4 zich te goed doen aan • feast on, tuck intodat komt goed uit • that's (very) convenienthij maakt het goed • he's doing well/all rightdat geld heb ik nog van hem te goed • he still owes me that moneyde rest hou je nog te goed • I'll owe you the restik heb nog vier vakantiedagen te goed • I've still got four holidays owing to me/outstandingdat heb je nog van me te goed • 〈 belofte〉 I (still) owe you one; 〈 dreigement〉 you've got it coming (to you)dat hebben we nog te goed • that's still in store for uszo goed en zo kwaad als het gaat • as best I/you/he candat is goed om te weten • that's a good thing to knoween verandering ten goede • a change for the betterde opbrengst komt ten goede van het Rode Kruis • the proceeds go to the Red Crosshet komt zijn prestaties niet ten goede • it doesn't help his performancehou me ten goede • don't hold it against mehet is maar goed dat … • it's a good thing that …goed dat er politie is • where would we be without the police?goed dat je 't zegt • that reminds megoed dat ik 't weet • thanks for telling medat is maar goed ook! • and a good thing too!6 ik heb er goed geld mee verdiend • I've made a pretty penny/done well out of iteen goed jaar geleden • well over a year agohij was goed nijdig • he was really annoyedhet betaalt goed • it pays wellhij kan nog niet eens goed schrijven • he can't even write properlyhet er goed van nemen • lead the good lifehij zat goed fout • he was totally wrongtoen ik goed en wel in bed lag • when I finally/at last got into bedik was net goed en wel thuis of … • I'd only just come in/got home when …goed bij zijn • be clever¶ op een goed ogenblik merk je dat … • there comes a time when you notice that …dat was maar goed ook • it was just as wellmaar goed • (well) anywaywe hadden het net zo goed niet kunnen doen • we might/could just as well not have done itzo goed als niets • next to nothing, hardly anythingzo goed als nieuw • as good as newdat is zo goed als zeker • that is virtually/almost certainzo goed als onmogelijk • virtually/well-nigh impossiblezo goed als niemand • hardly anybodyII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:ik ben wel goed maar niet gek • I'm not as stupid as you thinkik voel me heel goed • I feel fine/greatzou u zo goed willen zijn … • would/could you please …, would you be so kind as to …, do/would you mind …hij was te goed voor deze wereld • he was too good for this worldben je wel goed bij je hoofd? • are you crazy? -
71 hebben
2 [getroffen zijn door] have, be3 [in genoemde omstandigheden verkeren] have, be4 [(gevoelens) koesteren] have ⇒ be5 [beschikken over] have (got)6 [krijgen] have8 [met betrekking tot iets dat gedaan kan/moet worden] have9 [aantreffen] be, have11 [verdragen] stand, take12 [+ aan] [nut ondervinden van] be of use (to)♦voorbeelden:1 heb jij een auto? • have you got a car?ze heeft een boetiekje/reclamebureau • she has a boutique/an advertising agencyiemands hele hebben en houden • all someone's belongingsiets moeten hebben • need somethingiets willen hebben • want somethinghet heeft er veel van dat … • it looks very much as if …iets bij zich hebben • be carrying something, have something with oneiets vrolijks over zich hebben • make a cheerful impression, have a certain cheervan wie heeft hij dat? • who/where has he got that from?veel van iemand/iets hebben • look very much/be very like someone/somethingik heb het niet van mezelf • I haven't thought/dreamt that up myselfwat heb je? • what's the matter/wrong with you?wat heb je toch? • what's come over you?iets aan de voet hebben • have something wrong with one's foot/foot trouble3 ik hoop dat je mooi weer hebt • I hope you'll have good weather/the weather will be finehet koud/warm hebben • be cold/hothoe heb ik het nu met je? • what's up with you?ik wist niet hoe ik het had • I didn't know what to make of ithoe heb je het gehad? • did you have a good time?, how did you get on?hebben jullie wel eens wat met elkaar? • is there anything between you?hij heeft iets tegen mij • he has grudge against mehij heeft er niets op tegen • he has no objectionshoe wilt u het hebben? • how would you like it? 〈 bijvoorbeeld bij bank, met betrekking tot geld〉ze heeft het helemaal • she's really got itik heb al veel plezier gehad van mijn nieuwe p.c. • my new pc has given me a lot of pleasureik heb het • I've got itvan wie heb je dat? • who told/gave you that?ik heb nooit Spaans gehad • I've never learned Spanishik moet nog een tientje van hem hebben • he still owes me ten guilders〈 beledigend〉 wat moet je (van me) hebben? • what do you want (from me)?ik moet er niets van hebben • I want nothing to do with itdat heb je ervan • that's what you getzo, dat hebben we ook weer gehad • well, that's that(het) met iemand te doen hebben • be/feel sorry for someonedagelijks met iemand te doen hebben • see someone every daydaar heb je het al • I told you soje hebt/men heeft ook groene • there are/you get green ones as wellwat zullen we nu hebben • hey, what's this?(kijk eens) wie we daar hebben • look who's here!zo wil ik het hebben • that's how I want itiets (gedaan) willen hebben • want (to see) something donedaar heb ik je • (I've) got you thereik heb hem zover • I've managed to persuade himeen klap van heb ik jou daar • a stunning blow/mighty thump11 hij kan veel/niet veel hebben • he can take a lot, he can't take much〈 ironisch〉 nou, daar heb ik veel aan! • oh, a (fat) lot of good that will do menu weten we tenminste wat we aan elkaar hebben • at least now we know where we standwat heb je aan een mooie auto als je niet kunt rijden? • what's the use of a beautiful car if you can't drive?¶ 〈 sport〉 die had je makkelijk kunnen hebben • that one should have been yours 〈met betrekking tot bal terugslaan/stoppen enz.〉ik moest je net hebben • you're just the person I want/have been looking formoet je net Freek hebben • you can imagine Freek's reaction!iedereen heeft het erover • everybody's talking about ithij had het niet meer • it was all just too much for himwel heb ik ooit! • well, I never!ik heb het niet op hem • I don't like/trust himik zal het er met hem over hebben • I'll talk to him about itik weet niet waar je het over hebt • I don't know what you're talking aboutdaar heb ik het straks nog over • I'll come (back) to that later on/in a momentnu we het daar toch over hebben • now that you mention it …daar wil ik het nu niet over hebben • I won't go into that nowik heb het tegen jou • I'm talking to youiemand als vriend hebben • be friends with someoneII 〈 hulpwerkwoord〉1 [ter aanduiding van de voltooide tijd bij werkwoord] have♦voorbeelden:1 gelachen dat we hebben • did we have a laugh!had ik dat maar geweten • if (only) I had known (that)had dat maar gezegd • if only you'd told me (that)ik heb met hem op school gezeten • I went to school with himhij had gezwommen • he had been swimming -
72 het eens worden
het eens wordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het eens worden
-
73 het hoge woord moest eruit
het hoge woord moest eruitthe truth had to be told/come out, he 〈enz.〉 had to come out with itVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het hoge woord moest eruit
-
74 het misdrijf komt aan de dag
het misdrijf komt aan de dagthe crime will come to light/come outVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het misdrijf komt aan de dag
-
75 ho
ho2 [terechtwijzing] come on!, that's not fair!♦voorbeelden:ho maar! • all right, that's enoughho nou! • hold your horses!2 ho, ho! nu overdrijf je • come on! now you're exaggerating¶ het ene feestje na het andere, maar werken ho maar • one party after another, but when it comes to doing some work, forget it!/nothing doing! -
76 hoe
1 [op welke wijze; in welke graad/mate] how2 [waarom; waardoor] how3 [hoedanig] how4 [welk(e)] what5 [met welke naam] what♦voorbeelden:hoe eerder hoe liever/beter • the sooner the betterhet gaat hoe langer hoe beter • it is getting better all the timehoe ouder ze wordt, des te minder ziet ze/hoe minder ze ziet • the older she gets, the less she seeshoe ver bent u? • how are you getting on?hoe fietst zij naar school? • which way does she cycle to school?hij wist niet hoe hij het had • he didn't know what had come over himhoe is het (toch/in hemelsnaam) mogelijk? • well I never!, well I'll be blowed!hoe moet dat nu verder? • where do we go from here?hoe dat met jou moet, als het echt gevaarlijk wordt … • what is to become of you when things get really dangerous …hij vertelde, hoe zij één voor één te voorschijn kwamen • he related how they came out one by onezij wil nu wel eens weten hoe of wat • she wants to know where she standshet wordt hoe langer hoe moeilijker • it's getting increasingly difficulthoe dan ook • anyway, anyhow; no matter how; 〈 op welke wijze ook〉 by hook or by crook; 〈 wat er ook gebeurt〉 no matter whathoe het ook zij • be that as it may, in any eventhoe vreemd het ook lijkt, hoe duur het ook is • strange as it may seem, expensive though it ishet hoe en waarom • the whys and the whereforeshet hoe en het wat • what's what, the ins and outsniet meer weten hoe of wat • not know which way to turn2 hoe kom je erbij? • how can you think such a thing?ik weet niet hoe het komt • I don't know why (this is happening)hoe komt het dat je zo laat bent? • 〈 informeel〉 how come you're so late?hoezo?, hoe dat zo? • how/what do you mean?, why do you ask?3 hoe is het weer? • what is the weather like?, how's the weather?hoe vind je mijn kamer? • how do you like my room?4 hoe is uw naam? • what is your name?5 hoe noemen jullie de baby? • what are you going to call the baby?kunst, kitsch of hoe je het ook maar noemen wilt • art, kitsch, or whatever you want to call it¶ zij danste, en hoe! • she danced, and how! -
77 hulp
♦voorbeelden:medische hulp • medical assistancede reddingsboot hield zich gereed om hulp te verlenen • the lifeboat was standing by (to render emergency assistance)hulp vragen • ask for help/assistanceom hulp roepen • call (out) for helpiemand te hulp komen • come to someone's aidiemand te hulp roepen • call for someone's helpiets zonder hulp doen • do something without anybody's helpeerste hulp (bij ongelukken) • first aid -
78 hup
-
79 in afwachting van de dingen die komen gaan
in afwachting van de dingen die komen gaanin expectation/anticipation of things to come————————in afwachting van de dingen die komen gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in afwachting van de dingen die komen gaan
-
80 inkomen
inkomen1〈 het〉♦voorbeelden:een groep met een laag inkomen • a low-income groupeen modaal inkomen • an average incomeiemand met een vast inkomen • someone with a fixed incomezijn inkomen voor de belasting opgeven • do one's tax returnsinkomen uit arbeid • earnings, wagesinkomen uit vermogen • income from capital————————inkomen22 [in/aangebracht worden] come in♦voorbeelden:ingekomen stukken/brieven/mededelingen 〈enz.〉 • incoming correspondence/letters/messages¶ daar kan ik inkomen • I (can) appreciate that, I quite understand thatdaar komt niets van in • that's out of the question
См. также в других словарях:
Come — Come, v. i. [imp. {Came}; p. p. {Come}; p. pr & vb. n. {Coming}.] [OE. cumen, comen, AS. cuman; akin to OS.kuman, D. komen, OHG. queman, G. kommen, Icel. koma, Sw. komma, Dan. komme, Goth. giman, L. venire (gvenire), Gr. ? to go, Skr. gam.… … The Collaborative International Dictionary of English
Come — Come, v. i. [imp. {Came}; p. p. {Come}; p. pr & vb. n. {Coming}.] [OE. cumen, comen, AS. cuman; akin to OS.kuman, D. komen, OHG. queman, G. kommen, Icel. koma, Sw. komma, Dan. komme, Goth. giman, L. venire (gvenire), Gr. ? to go, Skr. gam.… … The Collaborative International Dictionary of English
come — ► VERB (past came; past part. come) 1) move, travel, or reach towards or into a place thought of as near or familiar to the speaker. 2) arrive. 3) happen; take place. 4) occupy or achieve a specified position in space, order, or priority: she… … English terms dictionary
come — [kum] vi. came, come, coming [ME comen < OE cuman, akin to Goth qiman, Ger kommen < IE base * gwem , *gwā , to go, come > L venire, to come, Gr bainein, to go] 1. to move from a place thought of as “there” to or into a place thought of… … English World dictionary
Come On — may refer to: Come On (How I Met Your Mother), an episode of the sitcom How I Met Your Mother Come On (game), a video game for the Vii A sexual advance or flirtatious remark A catch phrase frequently used by the character Gob Bluth in the TV… … Wikipedia
Come to Me — «Come to Me» Сингл Дидди при участии Николь Шерз … Википедия
Come To Me — «Come to Me» Сингл Diddy при участии Nicole Scherzinger c альбома «Press Play» Выпущен … Википедия
come on — {v.} 1. To begin; appear. * /Rain came on toward morning./ * /He felt a cold coming on./ 2. To grow or do well; thrive. * /The wheat was coming on./ * /His business came on splendidly./ 3. or[come upon]. To meet accidentally; encounter; find. *… … Dictionary of American idioms
come on — {v.} 1. To begin; appear. * /Rain came on toward morning./ * /He felt a cold coming on./ 2. To grow or do well; thrive. * /The wheat was coming on./ * /His business came on splendidly./ 3. or[come upon]. To meet accidentally; encounter; find. *… … Dictionary of American idioms
come — O.E. cuman come, approach, land; come to oneself, recover; arrive; assemble (class IV strong verb; past tense cuom, com, pp. cumen), from P.Gmc. *kwem (Cf. O.S. cuman, O.Fris. kuma, M.Du. comen, Du. komen, O.H.G. queman, Ger. kommen, O.N. koma,… … Etymology dictionary
come of — 1. To be a descendant of 2. To be the consequence of, arise or result from 3. To become of • • • Main Entry: ↑come * * * ˈcome of [transitive] [present tense I/you/we/they come of … Useful english dictionary